maandag 22 februari 2016

De zorg is verworden tot een markt


De zorg is een markt waarbij ziektekostenverzekeraars jaarlijks zo’n 70 miljoen euro uitgeven aan marketing om de Nederlandse burgers met steeds agressievere methodes te verleiden vooral bij hen de polis af te sluiten. Deze jaarlijks terugkerende kosten geven ze grif uit want het gaat om een markt waar jaarlijks 16 miljard euro te verdelen valt! En de burger die de aanbiedingen, telefoontjes en aantrekkelijke cadeaus weet te weerstaan en denkt beter af te zijn met de adviezen van ‘onafhankelijke’ vergelijkingssites komt bedrogen uit. Ook deze vergelijkingssites, tot en met de Consumentenbond aan toe, verdienen hun geld met het ordenen, rangschikken en verkopen van zorgpolissen.

Zelf heb ik drie vergelijkingssites uitgeprobeerd wat voor mij de meest gunstige zorgverzekering zou kunnen zijn. Het resultaat was dat ik met drie verschillende top 3 lijstjes kwam te zitten. Negen keuzemogelijkheden dus, waar ik mij in heb verdiept. Altijd beter dan kiezen in een oerwoud van maar liefst 1400 keuzecombinaties (!) in de zorgverzekeringsmarkt, zou je zeggen. Maar de uren die je dan vervolgens doorbrengt om duidelijkheid te krijgen wat nou echt wordt vergoed of niet, had ik graag aan leukere dingen willen besteden.
En zo denken velen met mij, getuige het feit dat jaarlijks maar 7% van de Nederlanders overstapt naar een andere zorgverzekeraar.

De keuzevrijheid voor burgers die aan de basis ligt van het nieuwe zorgstelsel dat inmiddels 10 jaar bestaat, slaat om in keuzestress. De polisjungle is niet meer te overzien. En als je de moed hebt om  je te verdiepen in deze jungle dan blijken er zoveel uitsluitingen en maximale vergoedingen ingebouwd te zitten in de voorwaarden van elke polis dat een overstap nauwelijks de moeite loont. Mij is het in ieder geval zo vergaan.
De keuzevrijheid is een mythe, zoals ook Jeroen van Wester (NRC, jan 2016) ons voorspiegelt. Slechts vier zorgverzekeraars (Achmea, VGZ, CZ, Menzis) hebben 90% van de markt in handen. En de concurrentie gebeurt vooral op prijs, want op kwaliteit blijkt moeilijk te meten en dus te concurreren. Bovendien spreken de verzekeraars elkaar op dit gebied tegen.
Het nieuwe zorgstelsel was ooit bedoeld om de kostenstijging te beteugelen, de lange wachtlijsten weg te werken en om een dreigende tweedeling tussen de eerste- en tweedeklaszorg tegen te gaan. En is dat ook gelukt na 10 jaar?

De wachtlijsten zijn volgens NRC korter geworden en de productiviteit verbeterd. Met de nuancering dat de data van de wachtlijsten van Nederlandse ziekenhuizen niet betrouwbaar zijn. Een andere conclusie is dat marktwerking ook geld kost. Doordat verzekeraars sinds 2012 meer financiële risico’s lopen (en de verzekeraars vervolgens de risico’s op kostenoverschrijdingen afwentelt op de ziekenhuizen) hebben zij enorme geldbuffers aangelegd om aan de eisen van de banken, accountant en toezichthouder te voldoen. Een overheid hoeft geen eigen vermogen aan te houden, ziekenhuizen en verzekeraars wel. Miljarden euro’s zijn daarom opgepot om in de markt te kunnen blijven opereren. Dat is de prijs van marktwerking.
Bovendien blijven de uitgaven hoog, en is de zorg dus nog steeds duur. Vanaf 2000 stegen de uitgaven in Nederland bovengemiddeld, mede door het wegwerken van de wachtlijsten. Pas de laatste paar jaren lijken de kosten iets minder hard te stijgen. Deze ‘meevallers’ zitten vooral in de  dalende kosten door het voorschrijven van goedkopere medicijnen.

En waar zitten dan vooral die hoge kosten?
Meer dan de helft van onze totale uitgaven aan zorg wordt uitgegeven in de curatieve zorg: de zorg door huisartsen en ziekenhuizen. Salarissen van medisch specialisten (met name die in maatschappen werken) blijken internationaal gezien bovengemiddeld hoog te liggen. Volgens cijfers van de Oeso (2013) ligt het salaris van de Nederlandse specialist 4,6 keer hoger dan het gemiddelde loon. Om maar niet te spreken van diverse bestuurders in de zorg die meer dan de Balkenende norm verdienen. In het groter plaatje blijkt NL samen met Zwitserland qua zorguitgaven afgezet tegen de omvang van de economie nog steeds hoog in de statistieken te staan. Op een gedeelde tweede plaats achter de koploper: de Verenigde Staten.

De derde doelstelling van de nieuwe zorgstelsel is om de dreigende tweedeling in de zorg te voorkomen. Of te wel: is de huidige zorg nog steeds voor iedereen toegankelijk en betaalbaar? Wordt deze doelstelling gehaald?
Volgens de Oeso is de Nederlandse zorg één van de meest toegankelijke ter wereld. Dat is mooi. Dat is één deel van de werkelijkheid. Maar ik lees ook andere berichten.
Tijdens de overheidscampagne in 2014 over dat “de zorg anders wordt” heeft een vakbond de overheid aangeklaagd dat deze de Nederlandse burger een te rooskleurig beeld van de werkelijkheid voorspiegelt. En de vakbond heeft de rechter aan zijn gelijk gekregen. In mijn ogen had de campagne beter kunnen heten: “uw recht op zorg vervalt in 2015”. Dat was eerlijker geweest.
Vorig jaar heeft de branchevereniging van huisartsen de noodklok geluid dat huisartsen steeds meer signaleren dat patiënten hun adviezen niet meer volgen. Niet uit onwil maar omdat ze simpelweg hun eigen risico niet kunnen betalen.
Recent heeft een groep juristen hun zorgen geuit in de media dat rechtsongelijkheid voor de burger dreigt als deze voor zorg aanklopt bij de gemeente. Wat bij de ene gemeente wél wordt toegewezen kan in een andere niet. Elke gemeente voert zo zijn eigen beleid. En het kan nog bonter: inwoners van hun eigen gemeente kunnen zomaar in twee keukentafelgesprekken verschillende uitkomsten te horen krijgen. Met minder uren zorg voor de persoon in kwestie tot gevolg.

De zorg is duur en de kosten zijn voor de burgers alleen maar gestegen. Om mij heen hoor ik dat mensen de aanvullende pakketten de deur uit doen, mede omdat deze pakketten door een toename van uitsluitingen en beperkingen door de verzekeraars niet meer aantrekkelijk zijn.
Zelf ben ik na uren doorbrengen in de polisjungle, achter gekomen dat dát inderdaad het meest verstandige is om te doen. En misschien ga ik wel een verzekering met een hoger eigen risico nemen. Gelukkig heb ik daarvoor nog een klein jaar de tijd om over na te denken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten