maandag 4 juli 2016

Een mooiere wereld. Begin bij jezelf.

Wat hebben de Dalai Lama en Lady Gaga met elkaar gemeen?
Helemaal niks, zou ik zeggen. Maar niets is wat het lijkt. Beiden spraken in de VAS voor de jaarlijkse conventie van burgemeesters. En beiden riepen in hun lezingen op meer aandacht te hebben voor goedhartigheid en medeleven in deze roerige tijden. Na afloop hadden ze een gesprek met elkaar en spraken ze verder over compassie.

Zowel de Tibetaan als Gaga riepen de jongere generatie op meer compassie te hebben. "Als je meer om anderen geeft, dan krijg je ook het gevoel dat je er meer toe doet voor hen. Dat geeft zelfvertrouwen en een betekenisvoller leven. Anders word je eenzaam, hulpeloos en moedeloos", aldus de Dalai Lama. Ook Lady Gaga beargumenteerde dat iemand die zich ontfermt over anderen, zich minder alleen voelt. "Want dan weet je dat we allemaal bij elkaar horen".

Ik sluit me helemaal bij hen aan. En ik zou willen toevoegen dat het niet alleen voor de jongere generatie geldt, maar voor iedereen. Want heeft de oudere generatie niet de dure plicht dat zij het voorbeeld geven aan de jongere generatie? De oudere generatie heeft door de jaren heen levenservaring opgedaan en soms ook wijze inzichten. Het is hun taak om die wijsheid over te dragen aan de jongeren. Met de bedoeling SAMEN de wereld mooier te maken dan die al is, door dit SAMEN te doen, in SAMEN-werking met elkaar.

Compassie tonen is een tegenbeweging in deze roerige tijden waar we te maken hebben met polariserende leiders die een groeiende schare volgers weten te vinden. Compassie betekent letterlijk "het SAMEN met de ander in zijn leed en/of pijn oplopen". Maar compassie tonen kan alleen als er ook compassie naar jezelf is, ofwel het liefhebben van jezelf.

Charlie Chaplin - een groot man die ons tijdens zijn leven veel heeft geschonken - heeft op latere leeftijd mooi verwoord in een gedicht. Dat gedicht is gepubliceerd ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag.
Ouder worden kan veel compassie en wijsheid met zich meebrengen. Als je daar voor openstaat.
 
 
 

Toen ik mezelf begon lief te hebben.

 
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
kon ik zien dat emotionele pijn en lijden alleen waarschuwingen zijn,
dat ik niet mijn eigen waarheid leef.
Nu weet ik: dat is AUTHENTICITEIT
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
begreep ik hoezeer het iemand kan beledigen als ik probeer mijn verlangen bij hem door te drukken
zelfs als ik wist dat de tijd er niet rijp voor was en de persoon er niet klaar voor was
en zelfs als ikzelf die persoon was
Nu weet ik : dat is RESPECT
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
ben ik gestopt te verlangen naar een ander leven
en kon ik zien dat alles rondom mij een uitnodiging is om te groeien.
Nu weet ik, dat is RIJPHEID.
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
begreep ik dat ik altijd en bij elke gelegenheid,
op het juiste moment en op de juiste plaats ben,
en dat alles wat er gebeurt, juist is.
Vanaf dat moment was ik rustig.
Nu weet ik: dat is VERTROUWEN.
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
ben ik gestopt mijn vrije tijd te verspillen
en ben ik gestopt grootse projecten voor de toekomst te bedenken.
Vandaag de dag doe ik alleen dat waar ik blij van wordt,
waarvan ik hou en wat mijn hart doet lachen,
op mijn eigen manier en in mijn tempo.
Nu weet ik: dat is EENVOUD
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
heb ik me bevrijd van alles wat niet gezond voor me is,
voedsel, mensen, dingen, situaties
en vooral wat me naar beneden haalde, weg van mijzelf.
Aanvankelijk noemde ik het “gezond egoïsme”
maar nu weet ik: dat is LIEFDE VOOR JEZELF
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
stopte ik met proberen om altijd gelijk te hebben
en sindsdien had ik minder vaak ongelijk.
Vandaag heb ik ontdekt : dat is BESCHEIDENHEID
Toen ik mezelf begon lief te hebben,
weigerde ik om verder in het verleden te leven
en weigerde ik mij om me zorgen te maken over mijn toekomst.
Nu leef ik alleen op dit moment, waar alles plaats vindt.
Ik leef nu dus „dag voor dag” en noem het VERVULLING
Toen ik mezelf begon lief te hebben
herkende ik dat mijn denken me kan verstoren en me ziek kan maken.
Maar als ik verbinding maak met mijn hart, wordt mijn denken een waardevolle bondgenoot.
Vandaag noem ik die verbinding : WIJSHEID VAN HET HART
We hoeven niet bang te zijn voor verdere discussies, conflicten
en problemen met onszelf en anderen,
want zelfs sterren botsen soms op elkaar
en daaruit ontstaan nieuwe werelden.
Vandaag weet ik: dat is LEVEN
Charlie Chaplin, 16 April 1959 (70e verjaardag)


 
 

 

 


 
 
 
 
 


 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 







 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 

maandag 22 februari 2016

De zorg is verworden tot een markt


De zorg is een markt waarbij ziektekostenverzekeraars jaarlijks zo’n 70 miljoen euro uitgeven aan marketing om de Nederlandse burgers met steeds agressievere methodes te verleiden vooral bij hen de polis af te sluiten. Deze jaarlijks terugkerende kosten geven ze grif uit want het gaat om een markt waar jaarlijks 16 miljard euro te verdelen valt! En de burger die de aanbiedingen, telefoontjes en aantrekkelijke cadeaus weet te weerstaan en denkt beter af te zijn met de adviezen van ‘onafhankelijke’ vergelijkingssites komt bedrogen uit. Ook deze vergelijkingssites, tot en met de Consumentenbond aan toe, verdienen hun geld met het ordenen, rangschikken en verkopen van zorgpolissen.

Zelf heb ik drie vergelijkingssites uitgeprobeerd wat voor mij de meest gunstige zorgverzekering zou kunnen zijn. Het resultaat was dat ik met drie verschillende top 3 lijstjes kwam te zitten. Negen keuzemogelijkheden dus, waar ik mij in heb verdiept. Altijd beter dan kiezen in een oerwoud van maar liefst 1400 keuzecombinaties (!) in de zorgverzekeringsmarkt, zou je zeggen. Maar de uren die je dan vervolgens doorbrengt om duidelijkheid te krijgen wat nou echt wordt vergoed of niet, had ik graag aan leukere dingen willen besteden.
En zo denken velen met mij, getuige het feit dat jaarlijks maar 7% van de Nederlanders overstapt naar een andere zorgverzekeraar.

De keuzevrijheid voor burgers die aan de basis ligt van het nieuwe zorgstelsel dat inmiddels 10 jaar bestaat, slaat om in keuzestress. De polisjungle is niet meer te overzien. En als je de moed hebt om  je te verdiepen in deze jungle dan blijken er zoveel uitsluitingen en maximale vergoedingen ingebouwd te zitten in de voorwaarden van elke polis dat een overstap nauwelijks de moeite loont. Mij is het in ieder geval zo vergaan.
De keuzevrijheid is een mythe, zoals ook Jeroen van Wester (NRC, jan 2016) ons voorspiegelt. Slechts vier zorgverzekeraars (Achmea, VGZ, CZ, Menzis) hebben 90% van de markt in handen. En de concurrentie gebeurt vooral op prijs, want op kwaliteit blijkt moeilijk te meten en dus te concurreren. Bovendien spreken de verzekeraars elkaar op dit gebied tegen.
Het nieuwe zorgstelsel was ooit bedoeld om de kostenstijging te beteugelen, de lange wachtlijsten weg te werken en om een dreigende tweedeling tussen de eerste- en tweedeklaszorg tegen te gaan. En is dat ook gelukt na 10 jaar?

De wachtlijsten zijn volgens NRC korter geworden en de productiviteit verbeterd. Met de nuancering dat de data van de wachtlijsten van Nederlandse ziekenhuizen niet betrouwbaar zijn. Een andere conclusie is dat marktwerking ook geld kost. Doordat verzekeraars sinds 2012 meer financiële risico’s lopen (en de verzekeraars vervolgens de risico’s op kostenoverschrijdingen afwentelt op de ziekenhuizen) hebben zij enorme geldbuffers aangelegd om aan de eisen van de banken, accountant en toezichthouder te voldoen. Een overheid hoeft geen eigen vermogen aan te houden, ziekenhuizen en verzekeraars wel. Miljarden euro’s zijn daarom opgepot om in de markt te kunnen blijven opereren. Dat is de prijs van marktwerking.
Bovendien blijven de uitgaven hoog, en is de zorg dus nog steeds duur. Vanaf 2000 stegen de uitgaven in Nederland bovengemiddeld, mede door het wegwerken van de wachtlijsten. Pas de laatste paar jaren lijken de kosten iets minder hard te stijgen. Deze ‘meevallers’ zitten vooral in de  dalende kosten door het voorschrijven van goedkopere medicijnen.

En waar zitten dan vooral die hoge kosten?
Meer dan de helft van onze totale uitgaven aan zorg wordt uitgegeven in de curatieve zorg: de zorg door huisartsen en ziekenhuizen. Salarissen van medisch specialisten (met name die in maatschappen werken) blijken internationaal gezien bovengemiddeld hoog te liggen. Volgens cijfers van de Oeso (2013) ligt het salaris van de Nederlandse specialist 4,6 keer hoger dan het gemiddelde loon. Om maar niet te spreken van diverse bestuurders in de zorg die meer dan de Balkenende norm verdienen. In het groter plaatje blijkt NL samen met Zwitserland qua zorguitgaven afgezet tegen de omvang van de economie nog steeds hoog in de statistieken te staan. Op een gedeelde tweede plaats achter de koploper: de Verenigde Staten.

De derde doelstelling van de nieuwe zorgstelsel is om de dreigende tweedeling in de zorg te voorkomen. Of te wel: is de huidige zorg nog steeds voor iedereen toegankelijk en betaalbaar? Wordt deze doelstelling gehaald?
Volgens de Oeso is de Nederlandse zorg één van de meest toegankelijke ter wereld. Dat is mooi. Dat is één deel van de werkelijkheid. Maar ik lees ook andere berichten.
Tijdens de overheidscampagne in 2014 over dat “de zorg anders wordt” heeft een vakbond de overheid aangeklaagd dat deze de Nederlandse burger een te rooskleurig beeld van de werkelijkheid voorspiegelt. En de vakbond heeft de rechter aan zijn gelijk gekregen. In mijn ogen had de campagne beter kunnen heten: “uw recht op zorg vervalt in 2015”. Dat was eerlijker geweest.
Vorig jaar heeft de branchevereniging van huisartsen de noodklok geluid dat huisartsen steeds meer signaleren dat patiënten hun adviezen niet meer volgen. Niet uit onwil maar omdat ze simpelweg hun eigen risico niet kunnen betalen.
Recent heeft een groep juristen hun zorgen geuit in de media dat rechtsongelijkheid voor de burger dreigt als deze voor zorg aanklopt bij de gemeente. Wat bij de ene gemeente wél wordt toegewezen kan in een andere niet. Elke gemeente voert zo zijn eigen beleid. En het kan nog bonter: inwoners van hun eigen gemeente kunnen zomaar in twee keukentafelgesprekken verschillende uitkomsten te horen krijgen. Met minder uren zorg voor de persoon in kwestie tot gevolg.

De zorg is duur en de kosten zijn voor de burgers alleen maar gestegen. Om mij heen hoor ik dat mensen de aanvullende pakketten de deur uit doen, mede omdat deze pakketten door een toename van uitsluitingen en beperkingen door de verzekeraars niet meer aantrekkelijk zijn.
Zelf ben ik na uren doorbrengen in de polisjungle, achter gekomen dat dát inderdaad het meest verstandige is om te doen. En misschien ga ik wel een verzekering met een hoger eigen risico nemen. Gelukkig heb ik daarvoor nog een klein jaar de tijd om over na te denken!

maandag 18 januari 2016

Van een klein bord eet je minder

Een tijdje terug las ik een stukje in de krant waar ik erg blij van werd:
Wie van grote borden eet, eet meer. En dat geldt ook voor grote pakken chips kopen. Dan eet je gewoon meer. En wie een vol bord krijgt opgeschept, eet dat leeg. Maar krijg je minder, dan heb je toch genoeg. Is dat werkelijk zo?

Ja, dat blijkt inderdaad waar. Dat is nu wetenschappelijk opgetekend, bewezen en systematisch verzameld uit 72 kwalitatief goede onderzoeken naar portiegrootte, verpakkingsomvang en grootte van borden, bekers en flesjes. Eén van die vele onderzoeken is beroemd geworden vanwege zijn opmerkelijke conclusie. Proefpersonen van dat onderzoek kregen soep uit een soepkom die van onderaf door een slangetje steeds ongemerkt werden bijgevuld. Wat bleek? Deze proefpersonen aten veel meer soep dan die ene kom zonder dat ze het merkten!

Geweldig dat wat je met het gezond verstand al vermoedde, nu wetenschappelijk is onderzocht en bewezen. Deze onderzoekers van de Cochrane Reviews hebben het minutieus uitgezocht. Zo schrijven ze dat als Britten van kleinere borden en uit kleinere snackverpakkingen gaan eten, ze 12 tot 16 procent minder calorieën binnenkrijgen. Voor Amerikanen is dat 22 tot 29 procent. Behoorlijke verschillen zou je zeggen, die de moeite waard zijn om de voedingsindustrie te doen bewegen de wereldwijde obesitas aan te pakken. Maar ja, die gaan dat niet doen, want welk belang zouden ze daar bij hebben? Dus van hen hoef je niks te verwachten.

Dat betekent dat je dus zelf aangewezen bent op je eigen gezond verstand en naar je lichaam hebt te luisteren. Stel jezelf dan de volgende vragen: “Hoe ga ik om wanneer ik een overdaad aan lekkernijen voor mijn neus krijg voorgezet? Ga ik door totdat alles op is, of weet ik bijtijds nee te zeggen? Weet ik echt wanneer ik genoeg heb en verzadigd ben? Wat voor stemmetjes verleiden me om over mijn grenzen heen te gaan? Hoe ga ik om met de dagelijkse verleidingen?

Zelf ben ik benieuwd of dit wetenschappelijk bewezen inzicht over eten ook geldt voor andere onderwerpen zoals een huis hebben of geld.  Heb je een klein huis, dan verzamel je minder en heb je weinig geld, dan geef je minder uit. En in beide gevallen heb je met hetgeen je hebt toch genoeg.
Zouden daar ook onderzoeken in zijn gedaan?